Stap 1: Snij de aardappel en de knolselderij in kleine blokjes en kook dit in zout water een minuut of 15 á 20 tot het gaar en dus zacht is. Afgieten en rustig laten staan.

Stap 2: Verhit in een kleine koekenpan een paar lepels olijfolie. Voeg daar de fijngesneden knoflook aan toe. (Snijden dus! Knoflook persen doe je in koude gerechten). Rasp er een dobbelsteen gember in, paar takjes afgeritste tijm, 1 eetlepel komijnpoeder, 1 eetlepel kurkuma, en als laatste de appel in kleine blokjes en het sap van de citroen. Laat dit een minuut of 5 zachtjes pruttelen.

Stap 3: Doe de inhoud van je koekenpan bij de aardappel en de knolselderij en stamp dit alles goed door elkaar. Om het wat luchtiger (en vetter, ahum…) te krijgen kun je een flinke klont boter smelten in een pannetje met een vol glas melk. Hoeft niet te koken, de boter moet alleen wel gesmolten zijn. Voeg dit mengsel door je puree/stamppotje en klop met een garde goed door elkaar. Je stamppotje is nu klaar.

Stap 4: Ik heb kalfswang (maar dit kan ook prima met een gewone runderlap) aangebraden in een koekenpan tot hij rondom lekker bruin is.Voor het bakken heb ik er ruim peper en zout opgedaan. Maak in een stoofpan een lekker warm vocht. Sommige (zoals ik) hebben mazzel en krijgen van hun favoriete restaurant een mooi runderfond. Andere maken dit zelf of kopen een pot runderfond in de supermarkt. Doe hier ook het kookvocht van je net aangebraden runderlappen/kalfswang bij. Warm de fond op, snij het vlees in kleine stukken en leg je vlees in het fond tot het nét onder water staat. . Doe dit op je kleinste pitje en doe er bij een

gasfornuis een vlamverdeler onder. Laat dit minimaal 2 á 3 uur staan. Maar 5 uur mag ook.

Stap 5: Schep de stamppot in een kookring op je bord. Leg hier de kalfswang/runderlapstukjes op en maak af met een plakje uitgebakken spek. Ik heb er voor de sier (en voor de lekker) nog een gestoofde ui, gebakken kastanjechampions en wat waterkers op gelegd.

Eet smakelijk!